Dendritische celtherapie in de behandeling van mesothelioom

13-01-2025 | 19:00

Mesothelioom is een zeldzame vorm van kanker die in een vlies ontstaat, meestal in het longvlies (pleuraal mesothelioom) of buikvlies (peritoneaal mesothelioom). Voor beide vormen van mesothelioom zijn er op dit moment geen genezende behandelingen. Momenteel worden de volgende behandelingen gegeven voor pleuraal mesothelioom: chemotherapie, bestraling of immuuntherapie (immuuncheckpointremmers). Voor peritoneaal mesothelioom bestaat de huidige behandeling uit chemotherapie, operatieve behandeling 1) met of zonder chemotherapie of 2) met intra-operatieve chemotherapie (CRS-HIPEC). Helaas is het te verwachten dat de tumor na verloop van tijd terugkeert, ondanks de huidige behandelingen. Daarom is onderzoek naar nieuwe (aanvullende) behandelingsmethoden van groot belang, zodat we de terugkeer van de tumor zoveel mogelijk kunnen uitstellen.

 

Wat is er aangetoond in pleuraal mesothelioom?

Het Erasmus MC Kanker Instituut heeft meerdere studies uitgevoerd naar dendritische celtherapie (MesoPher). Initieel werd de therapie ontwikkeld voor de behandeling van pleuraal mesothelioom, waarbij de dendritische cellen geladen zijn met antigenen van mesothelioomcellen. Deze studies toonden aan dat deze therapie veilig kan worden toegepast als aanvullende behandeling. Hoewel MesoPher niet leidde tot een verlenging van de ziektevrije overleving, werd er wel een toename van geactiveerde T-cellen in het bloed gevonden, die het immuunsysteem versterken in de strijd tegen de tumorcellen. Het is waarschijnlijk dat er geen verlenging van de ziektevrije overleving is gevonden, doordat sommige patiënten al ziekteprogressie vertoonden voordat de dendritische celtherapie begon.

 

Dendritische celtherapie in peritoneaal mesothelioom

De resultaten gevonden in pleuraal mesothelioom zijn vervolgens bevestigd in buikvlieskanker (peritoneaal mesothelioom). In de MESOPEC-studie werd de toepasbaarheid van dendritische celtherapie als aanvullende behandeling, naast de huidige CRS-HIPEC behandeling, onderzocht. De resultaten toonden niet alleen de veiligheid aan, maar ook een verlenging van de ziektevrije overleving bij een deel van de patiënten. Dit laatste was gerelateerd aan een verhoogde T-celactivatie. 

Toekomstperspectief

Hoewel deze resultaten veelbelovend zijn, is verder onderzoek essentieel om de impact van dendritische celtherapie te vergroten. Toekomstige studies zullen zich richten op twee belangrijke gebieden:

  1. Individuele variatie in respons begrijpen: Waarom sommige patiënten beter reageren op de therapie dan anderen is nog onvoldoende duidelijk. Door dit beter te begrijpen, kunnen behandelingen gerichter en effectiever worden gemaakt. 
  2. Combinatietherapieën ontwikkelen: Het combineren van dendritische celtherapie met andere behandelmethoden, zoals chemotherapie of andere vormen van immuuntherapie (bijv. immuuncheckpointremmers), kan de effectiviteit verder vergroten